Uitzicht
Bosuilen zijn er in verschillende kleuren. Zo zijn er naast de typisch bruin gekleurde exemplaren in donkere en lichtere tinten, ook grijze vogels. Met een grootte van ca. 38 cm behoort de bosuil tot de kleinere uilensoorten.
Opvallend is tevens de ronde kop met de grote donkere ogen. Dicht tegen een boomstam aangedrukt is de bosuil net als andere uilensoorten voor een ongeoefend oog haast niet waar te nemen. De bosuil is een standvogel. Hij bewoont het liefst de wat oudere en (loof)bosrijke gebieden, het liefst zo gevarieerd mogelijk. Ook is het een uilensoort die nogal eens in diverse parken en grotere tuinen kan voorkomen.
Voedsel
Het dieet van de bosuil is een echt uilendieet van voornamelijk muizen. Daarnaast vangt hij ook kleinere vogels, insecten, regenwormen, amfibieƫn en zelfs vleermuizen.
Voortplanting
De balts van bosuilen begint soms al in december en het is al geen uitzondering meer dat men in februari soms al bewoonde nesten kan vinden waarin de eerste witte en vrijwel ronde eieren al zijn gelegd. De bosuil is een typische holenbroeder. Er wordt dankbaar gebruik gemaakt van gaten en nissen in oude gebouwen of verlaten nesten van voornamelijk roofvogels en kraaiachtigen. Het vrouwtje van de bosuil legt tussen de 3 en 6 eieren die ongeveer 1 maand worden bebroed. De jongen blijven ca. 20-25 dagen in het nest, maar gaan dan al vroeg op ontdekking uit in de takken rondom het nest. De jongen blijven gewoonlijk ca. 3 maanden in het territorium van de ouders voordat ze hun eigen plaats in de natuur gaan opzoeken. Bosuilen sluiten gewoonlijk een huwelijk voor het leven en zoeken pas in geval van sterfte een andere partner. Ook hun territorium blijven ze het gehele jaar bezetten.